Luc Devondel Profile Picture

Luc Devondel

Back to list Added Jun 8, 2017

Uitvaarttekst van Marleen en Hilde Devondel: wie was mijn vader?

Wie was mijn vader? Voor iedereen iemand anders; voor de familie nonkel Luk, voor velen: mijnheer Devondel, de bankdirecteur. Voor ons was hij gewoon "onze papa", een vader die alles voor zijn kinderen overhad en zijn kleinzoon en achterkleinkinderen aanbad. Mon père, ce héros au sourire si doux. Een gedicht van Victor Hugo dat hij ons zo vaak voordroeg.

Lucas Devondel of "François" voor zijn Brusselse familie, werd samen met zijn tweelingbroer Jos geboren in Evere op 30 december 1927. Reeds op jonge leeftijd viel zijn tekenbegaafdheid op. Hij was amper 10 jaar toen hij zijn eerste ‘Kruisafneming’ tekende op aaneengeplakte papiertjes en ze meenam naar school. ‘Ze vielen op hun gat’, vertelde hij. Het was waarschijnlijk het prille begin van zijn legendarische bescheidenheid....

Hij was 13 jaar oud toen hij zijn eerste "echte" schilderij maakte van zijn grootvader; het was op doek met "echte" verf van een kunstwinkel een beetje verderop.

Op het einde van de oorlog begon hij te werken bij de bank, toen nog ASLK, op de postafdeling. Vele examens en kantoren later eindigde hij als directeur van de afdeling Beersel. Maar al die jaren bleef hij schilderen, tekenen en amateurtheater spelen.

In 1954 huwde hij met Nellie Beens. Zij werd zijn geliefkoosde muze en later tekende en schilderde hij ook ons, zijn drie kinderen. Wij herinneren ons lange uren van saai poseren, maar tegelijk genoten we ook van het voordeel van een creatieve vader die alles haarfijn en met grote precisie kon natekenen... Hij stelde ettelijke malen tentoon, samen met andere kunstenaars. Hij deed ook een tentoonstelling in de Boesdaelhoeve te Sint-Genesius-Rode. Wanneer die plaatsvond wist hij niet meer, wél wist hij dat hij van de opbrengst met de hele familie naar Spanje op vakantie kon...

Een andere grote liefde van hem was het theater waar hij vooral de gedichten van Renaat Grassin, ook wel het "Ketje" genoemd, met veel liefde voordroeg. "Het moizeke en het fleske cognac" was vaste prik en een hit op de familiefeesten. Komedie en drama lagen bij papa dicht bij elkaar. Hij speelde graag toneel, ook in het gewone leven. Hij zag zichzelf in de eerste plaats als kunstenaar en cultiveerde dat imago nauwgezet. Tot zijn laatste dagen was hij in de weer met een spiegel om zijn baard tot in de puntjes bij te knippen. En zijn bejaardenhelpsters wisten dat ze zijn haar niet mochten aanraken; geen kort haar voor een artiest!

Hij was een rasecht ketje, een "Brusseleir" die openstond voor vele meningen. Hij las onverzadigbaar over religie en God en over filosofie. Ontelbare boeken werden aangesleurd uit de bibliotheek. Hij was gelovig maar tegelijk een grote fan van Etienne Vermeersch. Dat was voor hem geen tegenstelling.

Politiek was nog zo’n passie en hij kon helemaal opgaan in de politieke discussies op zondag ochtend op TV. Liefst schakelde hij naar de Franstalige zenders want daar werd furieuzer gedebatteerd en ruzie gemaakt. Hij voerde zelf hoogoplopende discussies met kinderen, nonkels en tantes, buren en vrienden en toonde een grote betrokkenheid met de Vlaamse zaak en de situatie in Rode.

Papa was al jong gefascineerd door het medium film. We hebben samen met hem alle westerns gezien met John Wayne, en Charles Bronson en daarom hebben we vandaag ook voor filmmuziek gekozen in deze viering.

Zijn passies wist hij met aanstekelijk enthousiasme en humor over te brengen: het was allemaal “magnifiek”!!! En natuurlijk drukte dat ook een stempel op zijn kinderen. We hebben er allemaal een slag van: liefde voor kunst, poëzie en drama. Hij was trouwens zot van alle kinderen en zij van hem. Hij stond nog dicht bij het kind in zichzelf en dat trok kinderen aan. We zullen ons altijd blijven herinneren dat een kindje ‘Sinterklaas!’ riep toen hij hem zag, hij vond dat geweldig grappig.

Zijn tweelingbroer Jos was zijn evenknie. Zij paradeerden toen ze jong waren samen over de Brusselse boulevards en deden alles samen. Jos was ook met kunst bezig; hij had zich toegelegd op smeedwerk. De twee broers werkten ook samen aan kunst, papa tekende en nonkel Jos bracht de tekening tot leven in zijn smidse, twee handen op één buik. Dagelijks hingen ze meerdere keren aan de telefoon, soms tot 6 maal toe en nonkel Jos vroeg iedere keer: "En voesj chi neus?" in 't Brussels wat in het Nederlands betekent: "En verder geen nieuws". Toen nonkel Jos overleden was zetten wij de traditie verder en vroegen wij telkens aan papa "En voesj chi neus".

Luc Devondel was een getalenteerd en veelzijdig man met het gevoelige hart van een kunstenaar en wij zullen hem missen.

Papa, je hebt er in schoonheid een streep onder gezet. Het ga je goed daar op de eeuwige jachtvelden en laat de rijstpap smaken

Artmajeur

Receive our newsletter for art lovers and collectors