De Napoleon-binnenplaats van het Louvre, en zijn piramide, bij het vallen van de avond, Credit: Benh LIEU SONG via Wikipedia
De Covid-19-pandemie schudde de kunstwereld wakker, maar de plek van het Musée du Louvre bovenaan de bezoekersaantallen is niet te verplaatsen. Elk jaar vraagt The Art Newspaper aan kunstmusea over de hele wereld hoeveel mensen ze het jaar daarvoor hebben bezocht. Het Louvre zegt elk jaar de meeste bezoekers te hebben gehad. In 2022 had het Louvre naar eigen zeggen 7.726.321 bezoekers. Dit is 20% minder dan de 9,6 miljoen mensen die in 2019 gingen, maar 173% meer dan in 2021. Het Louvre had ruim 2,5 miljoen meer bezoekers dan de Vaticaanse Musea, die op de tweede plaats kwamen. Terwijl andere musea nog steeds proberen terug te keren naar het aantal bezoekers dat ze voor de pandemie hadden, heeft het Louvre besloten het aantal bezoekers te beperken om ervoor te zorgen dat iedereen het naar zijn zin heeft. Ze hebben besloten het aantal mensen dat elke dag naar binnen mag te beperken tot 30.000. Daarmee moet het aantal bezoekers in 2023 stabiel blijven tussen de 7,5 miljoen en 8,5 miljoen. Dit is ongeveer hetzelfde aantal mensen dat 17 jaar geleden naar het museum ging, en het is een flinke daling ten opzichte van de ruim 10 miljoen mensen die in 2018 gingen. .
Ook andere Parijse musea deden het erg goed. Het Musée d'Orsay kwam op de zesde plaats met 3,3 miljoen bezoekers, wat slechts 10% minder was dan in 2019. Het Centre Pompidou eindigde op de negende plaats met 3 miljoen, slechts 8% minder dan de winnaar. Het cijfer voor 2019 voor het Musée de l'Orangerie en het Musée du Quai Branly lag ook binnen de 10%. Sommige plaatsen in Frankrijk deden het zelfs beter dan vóór de pandemie. Het aantal mensen dat naar de Fondation Louis Vuitton ging, steeg met een derde, van iets meer dan een miljoen in 2019 naar bijna 1,4 miljoen in 2018. De tentoonstelling Morozov Collection, die maar liefst 1,2 miljoen bezoekers trok, was hier een belangrijke reden voor . Het Petit Palais steeg met 14% tot 1,1 miljoen.
Jean Dubreil